(Dit stuk bespreekt de afloop en belangrijke plotwendingen uit The Life Aquatic with Steve Zissou. Het is sterk aan te raden om de film zelf te kijken voordat je dit stuk leest.)
:format(jpeg)/cdn.vox-cdn.com/uploads/chorus_image/image/53887705/lifeaquaticmain.0.jpg)
“I wonder if it remembers me.”
Aldus Steve Zissou (Bill Murray) in de climax van The Life Aquatic with Steve Zissou. Hier zien we Steve oog in oog met de Jaguar-haai, het beest die zijn beste vriend Esteban nog voor het begin van de film had verslonden. Zissou ging het beest achterna met de intentie om het te vermoorden -“for revenge”- maar als hij de kans eenmaal heeft krijgt hij enkel die woorden -“I wonder if it remembers me”- over zijn lippen voordat hij in tranen uitbarst.
Zover we ons kunnen inleven in een haai -laat staan een fictieve haaiensoort- is de kans inderdaad klein dat de haai een herinnering heeft aan Steve. Het beest heeft Esteban hoogst waarschijnlijk niet vermoord met kwaadaardige opzet. Net als het aas dat de haai van de onderzeeër afsnoept was Esteban slechts één maaltijd uit duizenden. Voor Steve en de haai zal de gebeurtenis niet van gelijk belang zijn.
Jane Winslett-Richardson (Cate Blanchett) vraagt haarzelf waarschijnlijk hetzelfde af. Haar leven is overhoop gegooid toen ‘Ross’ -de redacteur waarmee ze werkt- haar zwanger heeft gemaakt. De man was echter al getrouwd en wilde niets met haar te maken hebben, zodoende is Jane aan haar lot overgeleverd. Het karakter van Ross verschijnt nooit ten tonele in de film. Het meeste wat we van hem meekrijgen zien we in de telefoongesprekken die Jane met zijn antwoordapparaat heeft. Net als Steve is het leven van Jane overhoop gegooid door iemand voor wie dezelfde gebeurtenis niet hetzelfde betekent.
We weten niet wat we elkaar aandoen. Onze empathie reikt niet zo ver tot dat we in andermans hoofd kunnen kijken, en we blijven uiteindelijk altijd gevangen in ons eigen gelimiteerde perspectief. Dit simpele feit van ons bestaan is desalniettemin een bron van veel dagelijkse angst en onzekerheid. Vinden onze naasten ons bijvoorbeeld wel echt aardig, of worden we alleen uit beleefdheid getolereerd? Menig mens is nieuwsgierig naar wat er achter diens rug over hem of haar wordt gezegd, omdat het zou moeten onthullen wat er écht over je wordt gedacht. Maar deze nieuwsgierigheid gaat ook altijd gepaard met een zekere huivering, aangezien ik ten sterkste twijfel of het gros van de mensen daadwerkelijk het vermogen zou willen hebben om andermans gedachten te lezen, bang voor wat men daar kan aantreffen. Hoe het ook zij, dit feit van ons bestaan is iets waar we allemaal mee moeten zien te kampen op een bepaalde manier.
Dit probleem is een centraal thema in The Life Aquatic. De voorbeelden waarmee ik dit essay begon geven hier al een indicatie van, maar het zijn zeker niet de enige. Ook de centrale ambivalente relatie tussen Steve en Ned Plimpton (Owen Wilson), de man die mogelijk zijn zoon kan zijn, is hiervan doorspekt. Er is een afstand tussen beiden dat te danken valt aan hun wederzijds wantrouwen, een kloof die door de gehele film heen gedicht moet zien te worden. Zelfs karakters die elkaar lijken te verstaan, spreken toch deels langs elkaar heen. Wanneer Klaus (Willem Dafoe) bekend dat hij Steve en Esteban als zijn vaders zag, blijkt dat het voor hen meer was dat hij hun kleine broertje was.
Maar deze onzekerheid bestaat ook op een ander niveau. Het is niet alleen zo dat de karakters onzeker zijn over de meningen die ze over elkaar hebben. Ook heeft men te kampen met het feit dat de mensen in ons leven ons plots kunnen worden ontnomen, dat zelfs met de beste bedoelingen bepaalde relaties niet voor eeuwig kunnen zijn. Neem bijvoorbeeld het karakter van Eleanor Zissou (Angelica Houston), de vervreemde echtgenote van Steve. In eerste instantie is ze kil ten aanzien van Ned. Dit is natuurlijk te verwachten, aangezien we er als kijker vanuit gaan dat Ned een buitenechtelijk kind is jegens wie Eleanor een wrok koestert. Maar deze interpretatie wordt verstoord in de scene waarin Ned zijn zeemansgraf krijgt en de kist naar de bodem zinkt, waarna de camera inzoomt op de treurige en eenzame blik van Eleanor. Vanwaar deze reactie?
Eerder in de film leren we dat Eleanor al langer een kinderwens had en dat Steve onvruchtbaar bleek te zijn. We kunnen ons voorstellen dat ze de hoop op een kind daarom lang geleden heeft moeten uitdoven. Als Ned dan plots op de stoep staat (en we weten dus eigenlijk dat hij onmogelijk het biologisch kind van Steve kan zijn), is haar afstandelijke reactie meer te begrijpen als een huivering. Een huivering voor iets waarvoor ze de hoop heeft opgegeven en haarzelf nu weer kwetsbaar voor kan maken. En omdat ze de pijn kent om het te verliezen, en niets ter wereld de zekerheid kan geven dat dit niet nog eens kan gebeuren, is haar initiële afstandelijkheid te verklaren. De tragiek van haar reactie in de begrafenisscene, hoef ik niet nader te onderstrepen.
In de glimpen die we opvangen uit de carrière van Zissou kunnen we opmaken dat hij zijn leven heeft geprobeerd in scene te zetten. Dat is al duidelijk aan de manier waarop hij zichzelf probeert te ‘franchisen’ via sneakers en flipperkasten, of via de opzichtige portretten die hij van zichzelf laat schilderen. Maar deze drang om zijn eigen imago onder controle te houden loopt nog dieper dan dat. Hoewel Zissou in principe documentaires maakt -met daarbij de implicatie dat het hier draait om een objectieve weergave van de werkelijkheid- zien we als getuigen van het filmproces de mate waarop hij dit beïnvloedt. Met dank aan de filmcamera is hij in staat om gaten in zijn kennis of de tekorten van zijn persoonlijkheid te verhullen. Zo zien we aan een oude aflevering van zijn televisieserie hoe hij de ontdekking van enkele mangoesten heeft omgezet naar een heldhaftig reddingsavontuur. Zijn drang om zijn documentaire te ensceneren sijpelt door naar een drang om dit in zijn persoonlijke relaties te doen. Hij is maar al te blij om Ned in de film te betrekken en in shots neer te zetten, maar de inbreng van Ned zelf gaat altijd door een filter dat door hem moet worden gekeurd en bijgesteld.
We zien ook zijn ongemak als hij niet in de regisseursstoel zit. Dit is voornamelijk te zien in zijn interview met Jane, waar zij degene is met controle over wat er wel en niet wordt opgenomen. Hij wordt bestoken met persoonlijke vragen en heeft niet de tijd om na te denken hoe het antwoord zal overkomen, wat het zal doen met zijn imago. Het enige wat hij op het moment kan bedenken is om de vragen om te draaien. Zijn hele act houdt verder overigens ook geen stand. Ned en Jane kenden Zissou enkel als zijn nauwkeurig geconstrueerde imago, maar raken al gauw gedesillusioneerd in hun blik achter de schermen, althans in eerste instantie. Steve, net als alle andere karakters, is niet bij machte om de manier waarop hij overkomt en wat hij anderen aandoet volledig te controleren. Bovenal is hij een eenzaam mens. Ondanks de faam die hij heeft gekregen met zijn show, begint ook dit riedeltje te vervelen. En hetgeen wat hem wakker houdt, het verlies van Esteban, wordt door bijna niemand serieus genomen. Voor sommigen is ook dit onderdeel van zijn trucage.
We weten niet wat we elkaar aandoen. Hoe nauwgezet we ons ook proberen te presenteren -op het witte doek of daarbuiten- over de aankomst hebben we weinig te zeggen. In The Life Aquatic zien we de pijn die daarbij komt kijken in het tekort aan erkenning en begrip die de karakters naar elkaar voelen. Maar als het klopt dat we dit niet kunnen weten, dan is dit een medaille die ook een keerzijde heeft. Want het is precies deze onbekende invloed die Ned en Jane naar het schip van Zissou brengt. Het is precies deze onbekende invloed die Klaus zo loyaal aan hem maakt. En hoewel Steve zijn best doet om de anderen om hem heen op armlengte afstand te houden, ook hij kan het niet helpen om beïnvloedt door hen te maken.
Dit wordt duidelijker geillustreerd via een van de meer marginale karakters uit de film genaamd Bill Ubell (Bud Cort), de accountant die Zissou in de gaten moet houden zodat hij niet over zijn budget gaat. Ubell wordt neergezet als een buitenstaander, iemand die niets met de groep te maken heeft. Ook voor de kijker zal hij al gauw registreren als een bijfiguur, één van de vele karakters die ergens in de achtergrond van de drama rondzwerft. Maar wanneer Ubell als enige van het schip wordt gegijzeld door piraten, is de verwachting dat deze bijrol zal worden vergeten, en zijn lot zal worden afgedaan als duistere grap. Maar de enkele momenten die we van zijn verrassend openhartige karakter hebben gezien hebben toch een indruk gemaakt, en wat volgt is een lange reddingsmissie voor deze accountant. Hoewel het voor geen van de partijen de intentie was, is er een connectie ontstaan waardoor team Zissou zichzelf riskeert om dit marginale karakter te redden.
Als The Life Aquatic een oplossing voor zijn voorgelegde probleem heeft, dan is dat om dit probleem juist los te leren laten. Het verlangen om het oncontrolleerbare te beheersen kan alleen maar tiranniek en krampachtig worden. “I wonder if it remembers me” zal altijd en alleen maar een vraag blijven. Maar bovenal doet deze drang om een antwoord te krijgen de ander in deze relatie teniet. Wat is de rol van die ander, als die in feite alleen bestaat om jouw vooraf geplande reactie uit te voeren, te bevestigen wat je wil dat gezien wordt? Wat is er dan nog ‘anders’ aan de ander? Steve geeft een show en verwacht dat anderen deze nemen zoals hij het bedoelt. Maar de mensen op zijn pad: Ned, Jane, Klaus, Eleanor etc. verwachten meer van hem. Allen zijn ze door hem aangedaan, maar niet op de manier zoals hij het bedoelde.
En dit zijn de mensen waarmee hij het zal moeten doen.